VOORTSCHRIJDEND VOORJAAR
Nieuwe woningen,
bont geschilderd _ als plaatjes
uit een kinderboek.
Op regenkringen
-in eigen veren schuilend-
drijft de fuut traag voort.
Zuiver glanst de sneeuw
langs de sloot, waarin het ijs
grauw en week verzinkt.
In het avondgrauw
staan bomen zwart en puntig
als kruidnagelen.
Hete vulkaanrook
daalt langzaam, hortend, strijkt langs
het wijde poolijs.
Schertsen in de trein;
akkers vol damp schuiven weg
als witte wijven.
De magnoliaboom bloeit;
steeds maar harken en vegen!
In het effen gras
valt die ene paardenbloem
gewoon prachtig op.
Snel verdwijnt de ree
in 't moeras, verraadt zich nog
met spattend water.
De werkmachine
staat in helder morgenlicht,
glanst fris rood _ doet niets.
Geplaatst in de categorie: haiku