Mirakel
Het schijnt dat ik loop als een eend
mijn praten is beperkt tot gemompel
op mijn voorhoofd een karbonkel
waar heb ik toch mijn ziel beleend.
Paladijnen knikken mij meewarig toe
gniffelen zonder woorden
boven hun strak gesteven boorden
achter mijn rug roepen ze; koetje boe.
Als versteend trek ik mijn pistool
schiet die paladijnen één voor één
tot ze vallen als een steen.
Vrolijk loop ik verder door de straten
de karbonkel is verdwenen
niemand trapt meer op mijn schenen.
Geplaatst in de categorie: algemeen