Dag
Jij zag, de zon kwam op,
scheen in de kamer
zette alles
in een lichte gloed,
jij zag,
de dag vorderen,
de zon verliet de kamer,
de warmte achterlatend.
Jij zag,
de zon langzaam verdwijnen
wij keken mee,
met jou en de verdwijnende zon.
Jij sloot je ogen,
na nog eenmaal
in de rondte te hebben gekeken,
de zon ging onder.
Jij ging.
De avond naderde kwam
ging langzaam over
in de diepe donkere nacht,
die jij niet meer zag.
De nacht werd ochtend,
net als de dag ervoor,
de zon kwam op,
zette de kamer
in een lichte gloed,
die wij aanschouwden,
maar die jij,
omdat je ging,
nooit meer zult zien.
En ik zeg: dag!
Zie ook: http://www.radiocapelle.nl/tegenmiddernacht
Schrijver: An Terlouw, 25 april 2011
Geplaatst in de categorie: afscheid
Ik wacht op het avondrood.