SONNET
VLEES, op menig duffe deur heb ik geklopt,
Liep menig middernachtelijk paadje uit,
Zocht langs de vloer, heb tegen muren aangeschopt,
Drukte in blinde hoop op de verlichte vensterruit,
Maar steeds vergeefs, hoewel wanneer de maan
Vol aan de hemel stond op volle zee,
Kwam er een wijsje uit mijn lijf vandaan
Gespeeld door Schoonheid in het staminee.
Het voelde even aan alsof ik half
haar vinden, grijpen kon, wie het ook zij,
Wellicht een heilige wier glorie als een zalf
Insmeert die zij mint, of slechts een deel van mij,
Of iets dat door het onbegrijpelijke goed
Gemaakt wordt voor zichzelf uit vlees en bloed.
John Masefield (1878-1967), 'Sonnet'.
vert. Coenraedt van Meerenburgh, november 2006.
Inzender: Coenraedt van Meerenburgh, 5 juni 2011
Geplaatst in de categorie: lichaam