Flora
onder tien gebroken nagels
zat het vuil van vele straten
elke dag snoof hij
zijn eigen vieze luchten
de stank lag diep
in de kloven van zijn hand
begraven
ze rook in hem
de hele stad
ze was zijn zeep
zijn enig stuk
hoe zoet haar zweet
als zij hem waste
Uit “Cubanos y Cubanas”
Geplaatst in de categorie: liefde