stromen
je glipt me door de vingers zoals
een sterke stroom ontsnappen wil
bij elke bocht of waterkant
en nergens is een dam
het laatste beeld van jou verdwijnt
vloeit uit de palmen van mijn handen
drijft weg naar onbereikbaarheid
de richting keert zich van me af
nog even kijk ik om en zoek de bron
waaruit de onderstroom geboren is
ik volg het gladde spoor
maar vind de oorsprong niet
bewegingloze stenen op de bodem
van mijn hart hebben zich gehecht
men zegt dat ze wel slijten
de maalstroom gaat er overheen
in weerwil van het weten
wacht ik nu op een tegenstroom
Geplaatst in de categorie: afscheid