Kosmotisch
gedanst hebben we, op zilverzwart spiegelend ijs,
we draaiden pirouettes, we bliezen bellen tot
het moment dat Venus verdween en zich verborg,
dat laatste moment, toen ze haar stralen doofde,
gelachen hebben we, in het holst van de nacht,
we verlieten het rokerige café, fietskettingen,
en dronken discussies, midden op straat en toch
dachten we dat wij, ja wij, de wereld begrepen,
een glas en nog een glas, wij zijn de filosofen,
wij snappen steeds beter waarom de wereld
zo simpel is, in onze ogen draait ze slechts
de minuten, uren, dagen, maanden, en de zon
verwarmt haar huid en hart, haar zachte buik,
dan flitst de komeet en verlicht het onverwachte,
dit werelds heelal is vol zwart met zilverglans,
wij observeren de dronken tochten van satellieten,
die schokkend voortgaan langs eindeloos firmament,
onze dromen reiken diep in het zwarte heelal,
niemand van ons kan de stralende sterren tellen,
hoe belangrijk is hun aantal, getal, kwantiteit?
hoe belangrijk is het weten? Meten en weten biedt
louter getallen, en geen enkel zicht op de waarheid,
de waarheid is niets, heeft niets, niets met getallen
Geplaatst in de categorie: wetenschap
niemand van ons kan de stralende sterren tellen,wow wat prachtig deze zin die mij diep raakt. Mooi gedicht, heel diep.