Terugkeer
Piëta hangt roerloos op zijn moeders schoot.
Alles spat uiteen in duizend scherven,
Maar het kind in hem is nog niet dood,
Het is gestorven zonder sterven.
Hij zou zijn moeders leed trotseren,
kastelen op de vloedlijn bouwen,
en zo hij kon, zijn vader eren,
maar van zichzelf wou hij niet houden.
Hij kon het niet – de lasten dragen,
en wierp de ballast van zijn schouders,
Nu voelt hij schuld diep in hem knagen,
schuld bij zijn God en bij zijn ouders.
Nu is hij niet feilloos meer – hij faalt.
Hij schreeuwt en vloekt en tiert en kankert,
maar hij heeft moeders schoot gehaald
en ligt daar nu opnieuw verankerd.
Geplaatst in de categorie: overig