EMILY DICKINSON 754
Mijn leven was een jachtgeweer
Geladen in een hoek
Totdat de eigenaar het zag en
Meenam, was het zoek
Nu dwalen we door bos en dal
En jagen daar op wild
En telkens als ik voor hem spreek
Herhaalt dat hoogte mild
En als ik schater, komt de gloed
Die de vallei glazuurt
Dan is het of een kratermond
Een lachsalvo afvuurt
Wanneer ik na een fraaie dag
Hem naast zijn bed behoed
Dan wint dat van zijn dek en dons
Ik heb geen vlees en bloed
Ik ben een vijand ook van hem
Niemand verroert zich meer
Op wie mijn gele oog zich richt
Mijn duim drukt en schiet neer
Hoewel ik langer leven zal
Duurt hij zijn tijd als mens
Tot doden heb ik dan de macht
Maar sterven blijft een wens
Zie ook: http://www.bloggen.be/annekehaasnoot
Schrijver: Anneke Haasnoot, 30 november 2012
Geplaatst in de categorie: literatuur