JONGE OUDERDOM
De man zit peinzend, met gebogen hoofd.
Gehuld in een zwarte mantel kijkt hij neer
op dichte mist: een verborgen veld of meer?
In die wolken wordt zijn verleden gestoofd:
"Al wat ik beleefd heb, wacht als rijpend ooft,
gestreeld door dampen, sprekend van weleer.
Vreugde verdrijft eens geleden hartzeer.
Mijn werken en streven zijn speels verdoofd."
De bedaagde denker heeft wijde ogen,
ziet ook de opwekkende roze lucht;
herboren bloed stroomt dan opgetogen.
Rechtgeaarde Limburgers kennen geen vlucht
uit moeite of zorgen, wat ze wel mogen:
hun wereld maken tot wezenlijke klucht.
Geplaatst in de categorie: mystiek