Begeesterd
Door ochtenddauw getooid
en koperen zon beslagen,
imposant doch fragiel
trekt natuur zijn gulle spoor
van rust en welbehagen
door zinnen en door ziel.
Slanke sparren toornen
zo lijkt, tot aan de hemel,
de nevellagen voorbij.
Aan hun voet mierenhopen,
naarstig op en neer gewemel
in een sparrennaaldensprei.
Een rosse pluimstaart steekt
daar ver, de bosweg over
naar een eikenstam gezwind
en verdwijnt al zigzaggend
in een kathedraal van lover,
als gejaagd door de wind.
Omdat natuur mijn ziel beroert
en mijn realiteitszin tart
met haast goddelijke gratie,
ontwaar ik in mijn hart,
mijn verheugde mensenhart
nederig ontzag en stille admiratie.
Geplaatst in de categorie: natuur