De ziel van een gedicht
Er ruist een fijne regen langs de schaapskooi
van mijn overtollige verwachtingen, priemend
licht is schreiend heengegaan en uit de sikkel
van de maan welt een wollige traan.
Daaronder grazen op de stille heide kuise
schapen van een braakliggende taal, gedreven door
herders van de ledigheid, ten prooi gevallen aan het
mechaniek van zwarte wolven in hun deemoedigheid.
De trotse dag loopt op z’n laatste halmen en begraaft de
aardse vuilnis achter zich, laaft zich aan de tragiek van
de nacht, breekt in duizend splinters en gemalen tot stof
in de transcendente ziel van een gedicht.
Zie ook: http://www.pamapoems.nl
Schrijver: Pama, 19 januari 2014
Geplaatst in de categorie: mystiek