Zomers
Over zomers
schrijf ik vooral
buiten het seizoen:
in de lente,
in het najaar,
dus over de komende
en de voorbije.
Wat komt bijvoorbeeld:
zon en zomerse luchten van Italië,
bruiloftzomer,
pelgrimszomer.
Ook:
de vage treurnis
om wat reeds bijna
onherroepelijk voorbij is.
Want nog enkele weken
en het jaar is over zijn hoogtepunt heen,
de dagen korten,
het begin van het einde,
de spankracht weg,
het zich ontplooiende voorbij,
ruimt plaats
voor het zwaarmoedige,
het decadente van de volle zomer.
Eveneens:
zomers met kleinkinderen
op het strand.
En uiteindelijk:
altijddurend zomers licht,
intenser dan de sterkste laserstraal,
licht, zo hoop ik,
dat voorgoed mijn blindheid geneest.
Ook:
trouwzomer,
treurzomer om moeder,
zomers met kinderen
op het strand.
Eveneens:
zomers in Cambridge, Oxford, Canterbury,
zomers in Kopenhagen, Aarhus en Roskilde,
zomers in Amsterdam, Utrecht en Franeker,
zomers in Avignon, Nice, Ploumanach,
zomers van alle reisbrochures.
Bovendien:
zomertragiek in de hooioppers
van jaren oud
op de onbewerkte velden
tussen de spookdorpen
van de Krajina.
Ach zomers.
Al die zomers,
een buitenstaander blijf ik.
Geef mij maar mei.
Geplaatst in de categorie: jaargetijden