Vakantie-ontmoeting
Een slanke toren wringt zich uit de ochtendmist,
met zijn hoedje op van kantelen - en nog eentje -
die de oerkracht terughaalt van kastelen,
waarin aartshertog en Minnesänger eeuwenlang aardden.
De macht is verdwenen, de voornaamheid blijft.
Nog steeds kijkt het slot beschermend neer op Balduinstein
en verspreidt de sfeer van een onschuldig Fabelheim.
Het carillon eert Mozart: een klingeling die minzaam zingt.
In stilte valt een blaadje
op het vlakke water van de Lahn.
De herfsttooi van een woudreus wasemt
een pleidooi voor kunst en leven,
verwijzend naar de Levensboom.
Op de heuvel, in de Waldecker Hof van weleer,
gelegen in de schaduw van de burcht,
vertoeft nu Moeder Meera
en geeft darshan in deze fel geflipte era.
Zij vaart als een Avatar, zij mint als een Godin
en geneest van ieder zijn gekrenkte snaren.
Zij ontwart de knopen, zodat alles kan verlopen.
Zij heelt mijn hart dat heftig klopt.
In verheven stilte, als een door de zon beschenen
blad dat zachtjes neervalt op het water van de Lahn.
Geplaatst in de categorie: vakantie