Meisje uit mijn klas
Ach, blozend blond meisje
van vijftien jaar,
met die wolken op je wangen,
hoe viel mijn oog op jou!
Door mijn gestaar
wist je dat ik op jou was,
maar stug en stoer,
want onbeholpen.
Toen wij na een les
eens met z’n twee
alleen op de wereld waren,
wees ik af, wat jij aan liefde reikte.
Hoe kon jij weten
dat achter dat bolwerk
van stuurse onverschilligheid,
een bange jongen zat?
Je gezicht betrok,
verried verdriet,
omdat je geen weerklank vond
voor wat jij wilde schenken.
Nu ik inmiddels nutteloos roep:
Je was mijn lieveling!,
zijn slechts vier wanden getuige.
Maar stel dat deze woorden
reizen konden, zoekend,
om door jou gehoord te worden.
Waar zouden ze je treffen?
Waar is jouw hart
dat nu voor anderen klopt?
Waar heeft je leven zin gekregen?
Of ben je niet meer onder ons
en ketsen de woorden af
op de stenen van je graf.
Dat de woorden dan
in het duister van je kist
aan jouw resten
gefluisterd worden!
Maar liever denk ik jou
minnend levend en bemind.
Al hoor je mijn woorden niet,
ik heb ze toch gezegd:
Dag mijn lieveling.
Dank je voor dat van toen.
Ik ben het niet vergeten.
Geplaatst in de categorie: liefde