Roffel
Hij vliegt welhaast nog sneller dan het licht.
Je ziet hem echt de tuin niet binnenkomen,
maar dan schiet er wat roods tussen de bomen
met zwart en wit, het is een pracht gezicht.
Dan landt hij, ja hoe krijgt ’t ie ’t voor elkaar,
precies aan ’t einde van een sinus-boog
(het was haast niet te volgen met het oog)
in ’t hoogste topje van de hazelaar.
En daarvandaan fluks naar de wilgenstam
waaraan hij slechts een oogwenk hangt te poepen
om daarna van de pindakaas te snoepen,
want dat is waar hij eigenlijk voor kwam.
En zie ik zo die kleine acrobaat,
dan denk ik haast dat er een god bestaat.
Zie ook: https://www.youtube.com/watch?v=1PWcc3y_NlY
Schrijver: Adriaan van Dam, 6 maart 2015
Geplaatst in de categorie: lightverse
waarde Heer Adriaan
wat mogen dan uw
gedichten wel zijn?
U lijkt geenszins op de
zelfoverschattende
stereotypische
dichters-met-pijn...
En letters, zesentwintig rare runen,
Hun hoogst mystieke act doen op de Bühne
In ogenschijnlijk roerloos zwart op wit
Van ochtendkrant, brief, boek of document,
Van kattebel, 'k ben even koffiedrinken'
Tot zelfs getransformeerd wanneer ze klinken
In spreektaal, als gedachten-exponent
Wanneer ze capriolen, parabolen
Of hyperbolen dansen door 'n gedicht
Glimlach of fronsen trekken in 'n gezicht
Dan veer ik op en denk ik onverholen:
Rondom ons bloeit 't verloren Paradijs
En wij zijn zelf het beste godsbewijs