Thuiszorg 2
Het aanrecht leeg;
drie glazen wat gesmoezeld.
Het mandje pillen
bovenin de kast.
Zijn hoofd slecht opgeruimd;
mijn: goeieavond,
heb je al gegeten,
werd onbegrepen aangehoord,
beantwoord met een:
goeiemiddag,
o ben jij het,
waar was je al die tijd.
Het afval uit de prullenbak
maar in zijn weekdoos uitgezet.
Hij zei: bedankt
en nog een fijne dag.
Geplaatst in de categorie: ziekte