Poolruiter
Van de bemantelde nacht
daalt een ijskoud paard;
de ruiter voorovergebogen
houdt zich in de stijgbeugels
staande, het jagend ros
hinnikend in de bijtende
lucht aan een rinkelend bit
van sterren.
De hoeven staan scherp op
het beijzeld raam,
een kronkelende vaart,
dichte lagen star gekrompen
tot grote witte sterren,
overrompeld door de
harde sporenslag,
maar de hemel daarentegen
blijft onheilspellend leeg.
Achter de glasplaat schokken
traag de wijzers als bevroren.
Buiten kraakt het witte land,
de stilte in galop,
naderend in ademloos koude
vlagen springt hij midden
in de kamer.
Geplaatst in de categorie: algemeen