Op reis
Een plekje zou ze krijgen,
in een mooi en nieuw tehuis.
Een grote ruime kamer,
met pantoffels voor de buis.
En ze zag de voorjaarsbloemen,
bloeien in de achtertuin.
En tijdens warme zomerdagen,
zat ze heerlijk op het duin.
Maar de herfst bracht lange dagen,
eenzaam lag ze in haar bed.
Zo nu en dan kwamen de kinderen,
en werd er even opgelet.
De wind kwam haar bezoeken,
en herhaalde steeds haar naam.
Ze kon niet langer wachten,
en toen is ze maar gegaan.
Er vielen grote witte vlokken,
op het harde gladde ijs.
Toen een dame rustig afsloot,
voor haar allerlaatste reis.
Geplaatst in de categorie: maatschappij