Buiten en binnen
De zon die de dag deed stralen
bakent het avondlijk parcours gloeiend af
Vers gemaaid gras aait neus en hersenen
Vogels zingen lyrisch rivalen naar huis
Zweet siepelt uit het vege lijf en leden
De avondzon toont me duidelijk de weg
Terwijl ik het licht tegemoet loop
denk ik plotsklaps aan jij die moet zitten
Een zittend gat was nooit je handelsmerk
De mieren in je gat moesten het huis uit
Je schuifelt nu voetjesmaat door je kot
als je eens niet in de zetel verzinkt
Mijn longen kunnen amechtig hijgend
de zuurstofvraag een aanbod geven
Het is prettig afzien als je vooruit gaat
Met uitzicht op een stralende douche
Vormt een huis nog een thuis als
je er zwaar ademend in rondslentert
wijl de ramen een kim suggereren
Is het venster nog een tv op de wereld?
Driftig pompend stuwt mijn hart
mijn bloed naar gekende hoogten
Het hoofd wordt leger, ruimer, voller
De maalstroom droogt even op
Woon je nog ergens wanneer je
niet kan kiezen of je blijft of gaat
Als mobiliteit verstilde oefening wordt
Woon je stilaan alleen nog in jezelf?
Ik loop me vrijwillig moe om
het vastkomen enigszins uit te stellen
Maar we beseffen beiden deksels goed
Ooit kom jij los en zit ik vast
Geplaatst in de categorie: maatschappij