Dagen
De boerderij is mijn bestaan, al zit er weinig verf op de deuren.
Ik hoef er niet weg en niemand komt.
Ik werk op het land tot ik met uitgeput en bezweet lijf ga zitten.
Daarna sluit ik de luiken.
’s Nachts luister ik naar het ronken van de schepen op de rivier.
Als ik het bed niet warm krijg draai ik een fles open.
Als de vlinders komen steek ik de riek in de grond.
Als de krekels sjirpen blijf ik hele nachten buiten.
In de grijze herfst duw ik patronen in het geweer.
Eenmaal was er een vrouw.
Ze kon er niet tegen. Ik zag haar niet vertrekken.
Geplaatst in de categorie: jaargetijden
heeft geen andere lover nodig..