Stapelgek
Groter en hoger, hoor!
Klein is voor minkukels
Stapelen, bouwen
De mens als fanaat
Dankzij zijn aanleg voor
Grensoverschrijdende
Daden gedijt hij
Tot Babels formaat
Zie ook: http://www.ingeboulonois.nl
Schrijver: Inge Boulonois, 7 januari 2019
Geplaatst in de categorie: ollekebolleke
Terwijl onze dialoog de hoogte nadert van een Babelse toren - waar het allemaal begon - zie ik in de keuken van drs. Zielknijper een surplus aan bouwlust en een tekort aan lust.
Ach, ach hoe zielig voor onze rede. Zucht eens diep, zei stapelzucht, ik steun, denk met u mede...(Zielknijper had iets teveel Nietzsche gelezen).
Dit vond ik ook nog over het woord.
Het woord minkukel maakte zijn debuut in de Nederlandse taal op 23 februari 1963, in aflevering 4.835 van verhaal 102 Tom Poes en het Kukel. Ra-ra, een mannetje met een dokterstas, meet met een soort stetoscoop Prlwytzkofski's kukel. Dat valt niet goed uit:
,,Geen plus, verklaarde hij [Ra-ra], na een ogenblik aandachtig geluisterd te hebben. ,,Een min-kukel. Dank u.''
Min-kukel wordt hier heel anders gebruikt dan tegenwoordig. Waar kukel wel voor staat, wordt in het verhaal niet onthuld. Het is geïnterpreteerd als 'onbevangen kijk op de wereld' en als I.Q. Maar dat laatste klopt volgens Toonder niet. Hij schrijft ergens: ,,Oppervlakkige lezertjes verwarren kukel wel eens met het I.Q. uit de keuken van drs. Zielknijper. Maar zo eenvoudig is het niet. (...) Het moet dus meer en anders zijn en vermoedelijk bestaan uit eigenschappen die meestal door een teveel aan rede verdrongen worden; zoals bijvoorbeeld gevoel, fantasie, liefde en dergelijke.'' Inmiddels gebruiken wij minkukel - zonder streepje - voor 'domkop, domoor'.
Nou ja, we worden liever geen minkukel genoemd!
Heb minkukel opgezocht in mijn Middelnederlands woordenboek en vond bij 'cuculle': monnik. Min staat voor minre (mindere). Een monnik van een onbeduidende orde dus. Kortom, je vondst in dit ollekebolleke is zo te zien nog toepasselijk ook!
Had identieke associaties met 'minkukels'.