De echte rijkdom
Hoe zalig toch wie in de taal mag leven –
hij zwemt als naar de poorten van het licht
en vindt een rijkdom, hem voor niets gegeven
maar weet dat zelf ooit niet, want een gedicht
is als een dag-blij kind vol vreugdezangen
dat juicht en danst zonder de vrees voor pijn;
het is alsof een oud en diep verlangen
toch nooit voorgoed verdwenen maar kan zijn.
Zo heb ik plots weer blijdschap mogen vinden
in woorden vol geheimenis en tederheid
die zingen als de warme zuiderwinden
maar soms ook als een klacht ten hemel schreit.
O zalig wie zo in de taal mag leven:
hem werd de echte rijkdom ooit gegeven.
Geplaatst in de categorie: taal