inloggen
voeg je netgedicht toe

Netgedichten

netgedicht (nr. 67.120):

Wormen 5 fin

Er waren wel veel vrouwenwormen hier
hij zag er al een stuk of vier
ze waren niet echt van zijn soort
en dat was iets wat hem wel stoort.
Gewoon in alle rust zal ik haar heus wel zien
dacht hij, of zij mij misschien.
En terwijl hij zat op een brok pinda’s
dat door nat weer pindakaas geworden was
kwam daar door een plas
een lieve zachte vrouwenworm
ze was nog jong en mooi van vorm
die vond hij wel goed passen!
Ze spiegelde zich door plassen.
Zij had het ook geroken,
kwam op een draf op het goedje af
ojee, er kwam een wormenstoetje.
Onze worm Bor, liet haar door
en Mor, het vrouwtje begreep
zij had een streepje voor.
De and’ren wachtten op een hoop...
Nadat zij beiden waren voldaan
kroop hij stil achter haar aan
en toen ze eindelijk ging rusten
was het tijd voor lusten.
Hij dicht bij haar en zij aan zijn zij
hoe warm en zacht, hoe samen blij.
Hij fluisterde iets over ‘t bos en los,
toen in de dierentuin verdwaald
en zij iets over ingedaald
Hij kwam plots op een idee:
kom, ga je vannacht mee
naar ‘t bos van de Grebbenberg,
't is wel ver voor ons, maar niet zo erg.
We moeten een snelweg oversteken
maar ‘s nachts is het verkeer geweken
je mag op mijn rug, dan ben je als een deken.

Hoe Wor Bor droeg naar het bos terug
zoals de huisarts had gezegd
Maar met haar was ‘t geen gevecht!
Hij kroop zo snel hij kon.
‘t Was net volle maan die aan de hemel prijkte…
alsof alles wachtte totdat hij de overkant bereikte
zo vonden Wor en Bor in ‘t bos hun thuis
en in een holle boom hun huis
Er kwamen kleintjes na een tijdje
vier jongens en een meidje.

Schrijver: Ralameimaar, 23 maart 2019


Geplaatst in de categorie: humor

5.0 met 1 stemmen aantal keer bekeken 168

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)