Het meisje
Het meisje
Vaak dwalen haar gedachten af naar hem
Dan staat zij onder schaars lantarenlicht
Deels vrouw al, deels nog een onnozel wicht
Vadertje Tijd schrijft al een requiem
Het is december, er heerst strenge vorst
Zij staat wat eenzaam in een stille straat
Hoort zij nu nog van schapen het geblaat
Gebalk; de ezel die Maria torst?
Er wacht haar slaag, dat weet ze, als ze bietst
Ze rilt en strijkt een zwavelstokje aan
Een beetje warmte, al is 't even maar
Een ijspegel is het die haar doorspietst
Z’ ontwaakt onder de mistletoe en daar
Wenst haar zijn stem een Liefdevol Nieuwjaar
Geplaatst in de categorie: literatuur