Najaarszwoel
Donker hing de vlier te trossen,
koolzaad geel te geuren.
Tussen distels fladderden de witjes
Leverkruid en wilgenroosje broederlijk ineen
Kamille roerloos op het pad
afgewisseld met gedroogde paarden keutels
Ganzen vlogen op en krijsten,
pispotjes kropen hoog in netels,
in riet, in wat maar houvast bood
Oudgerimpeld de wilgenstammen, waaraan toch altijd tak en zilverblad
Rood al, 't blad van vogelkers
Engelwortels schermden
Duizendblad keek of ik duizend passen liep
En bijvoet bewaakte mijn voeten
smeerwortel boog deemoedig
Piepende boomtoppen als
openden ze 'n deur
De lucht najaarszwoel
Die middag belde ik zomaar bij je aan om je mee te vragen
Maar je was niet thuis
Geplaatst in de categorie: welzijn
De trinitas vermomd als vlinderaar
Gegroet vergeet-mij-niet, vergeet het maar
Doch zo u merkt moet ik er weer vandoor
Gezegend zij de uilemuzeval
Gedroogde lever vetteganspaté
Het koolzaadwitje Johnny Holiday
Brengt doden weer tot leven aan het bal
Kortom een zoele zomerinterval
Met gasten buisgekluisterd op tv
En op het end de bioscoop pathé
Johnny van Doorn, Van Dalsum en Jan Kal
De campinggazten sluiten zo de rij
Van welvoldane zomerse gerechten
Weet wel dat u er blijvend aan zult hechten
Als avrolid, dan maak ik vast stampij
Onwelriekend,
grote parachuten
Staan kaarsrecht in hun hoge ufo schermen
Vredig en gezusterlijk
te bomen
Onbereikbaar langs moeras of oever
Drijven zij ze ongenood
in 't nauw
Vlinderaars, naar hoge droge oorden
Dreigend met hun grote bereklauw