inloggen
voeg je netgedicht toe

Netgedichten

netgedicht (nr. 75.706):

De Spookmajoor van Nijmegen

Lang geleden leed
het Nijmeegs garnizoen
onder een plaatsmajoor
met onberispelijk blazoen.

Een echte dienstklopper,
een man van orde en tucht;
onder z’n ondergeschikten
gehaat en zeer geducht.

Zelfs de kleinste overtreding
werd zwaar door hem bestraft:
menig soldaat is door deze majoor
publiekelijk vernederd en afgeblaft.

Groot was dan ook de vreugd
toen de majoor overleed
en met militaire eer
een eenzaam graf in gleed.

Maar eenmaal boven aangekomen,
bij Petrus aan de hemelpoort,
werd zijn verzoek tot onderdak
tot z’n verbazing niet verhoord:

“Mensen die het leven lieten
zonder iemand die er een traan om liet,
dat soort nare mensen
die hoeven wij hier niet.”

Teleurgesteld marcheerde
majoor toen naar de hel;
want wie in de hemel niet welkom is,
die is dat daar vast wel.

Maar ook de hellepoort
bleef voor de majoor gesloten,
geen bevel of wachtwoord hielp;
de Duivel was vastbesloten:

“U bent weliswaar vreselijk naar,
maar u heeft niet genoeg zonden begaan
om thuis te horen in de hel
en eeuwig in vuur en vlam te staan.”

Hierop besloot de majoor
dat het genoeg was geweest;
om naar de Aarde terug te keren
en daar te spoken als geest.

Hij voegde de daad bij het woord
en elke nacht om middernacht
verscheen zijn geestverschijning
op de stadsmuur, bij de gracht.

Wee de soldaat die lag te slapen,
wee de wacht die zat te dommelen:
vreeswekkend woest kwam de spookmajoor
hen hardhandig wakker trommelen.

Want zelfs als spook
kon de majoor het niet laten
de militaire tucht te handhaven
onder z’n bange soldaten.

Totdat, een jonge korporaal,
een echte dappere held,
een paar kogels maakte
van munten zilvergeld.

Met deze munitie
laadde hij zijn wapen,
nam de nachtwacht op zich
en deed alsof hij lag te slapen.

Toen die nacht de majoor verscheen,
om klokslag twaalf uur,
opende de korporaal direct
en gericht het vuur;

met èèn welgemikt schot
schoot hij de spookmajoor neer.
“Opgeruimd staat netjes”, dacht hij
“die tiran die spookt niet meer!”

Maar spoken laten zich niet doden,
zelfs al lijken ze het loodje te leggen
met een zilveren kogel in hun kop,
dan nog wil dat niets zeggen.

Want nog steeds sluipt de majoor
door de straten van de stad,
alleen nu in de gedaante
van een valse witte kat.

En kruist dit dier ooit je pad,
probeer het dan niet te aaien;
geef acht en salueer,
alleen zo laat het zich paaien.

... Deze Nijmeegse sage is voor het eerst opgetekend in 1840. ...


Zie ook: https://jackstoop.eu/

Schrijver: Jack Stoop
23 november 2021


Geplaatst in de categorie: algemeen

Er is nog niet op deze inzending gestemd.aantal keer bekeken 190

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)