Land van Maerlant
Wij laten de oudste tijden,
waarvan geen andere
nationale gedenktekenen
dan steenblokken
bouwvallen, legenden
of oorkonden in het Latijn
zijn overgebleven, rusten
en nemen als aanvang
en uitgangspunt de 13e eeuw
alwaar wij ons bevinden
in het hart der kruistochten
Wij nemen omstreeks
het jaar des Heren 1200 zelfstandig deel
aan een Europese expeditie
naar het oude Damiate
en doen aldus al strijdend
onze intrede in de wereld
En omdat uit dat tijdperk,
bij ontstentenis
van een nationale architectuur
nationaal recht, wetenschap
en andere instellingen
welke verschilden van die
der ons omringende volken,
de oudste bekende Nederlandse zeevaart
èn de aanvang der Nederlandse letteren dagtekent
schijnt het billijk om daar
onze eígen geschiedenis
te laten beginnen
... Geparafraseerd fragment uit het
Land van Rembrand (zonder t)
door Conrad Busken Huet.
Zie ook
www.dbnl.org/tekst/busk001land02_01/
__________________________________
Jacob van Maerlant schreef
de meest uiteenlopende boeken, van ridderromans tot een wereldgeschiedenis.
Als vertaler is hij van grote betekenis geweest voor de Middelnederlandse literatuur.
De 12e eeuw bracht West-Europa niet alleen welvaart, ook de wetenschap kreeg een enorme impuls. Maar wetenschappelijke teksten werden uitsluitend in het Latijn geschreven, dus alleen zij die die taal machtig waren profiteerden hiervan.
Totdat, halverwege de 13e eeuw, op het eiland Voorne een zekere Jacob zich achter zijn schrijftafel zette.
Jacob van Maerlant was geboren in de omgeving van Brugge.
Rond 1260 werd hij koster (kerkbewaarder) in het plaatsje Maerlant, op het eiland Voorne.
In de ongeveer acht jaar dat Jacob daar verbleef, schreef hij zeven werken. Hij deed dit voor verschillende hoge edelen, die hem waarschijnlijk de tijd en de middelen gaven om te kunnen schrijven. Zonder dergelijke steun redde je het niet als schrijver in de dertiende eeuw.
Maerlants debuut was
Alexanders Geesten,
een biografie van Alexander de Grote in ruim 14.000 verzen (= versregels).
In zeker opzicht paste dit werk in de traditie van de ridderromans, met uitgebreide beschrijvingen van de veldslagen die Alexander leverde.
Maar opvallend is dat Maerlant, zoals hij vaak kortweg genoemd wordt, de gelegenheid te baat neemt om heel wat wetenschappelijke kennis over vreemde volkeren, bijzondere natuurverschijnselen, geografie en wereldgeschiedenis in zijn verhaal te verwerken. En dat waren zaken die tot dan toe in geen enkele volkstaal te vinden waren (!).
Omstreeks 1264 schreef hij nog zo'n historisch werk, de
Historie van Troyen,
waarin hij, als epigoon van Vergilius, in liefst 40.000 verzen de geschiedenis van de Trojaanse oorlog en de omzwervingen van Aeneas verhaalt.
Het was ongeveer 1270 toen Maerlant terugkeerde naar zijn geboortestreek. Daar schreef hij nog eens vijf grote werken.
Der Naturen Bloeme
kan het best omschreven worden als een middeleeuwse natuurencyclopedie, de eerste in de volkstaal.
In 1271 schreef Maerlant zijn Rijmbijbel,
een bijbelvertaling
in de volkstaal.
Rond 1285 werkte Maerlant
aan zijn grootste werk, de
Spieghel Historiael.
Ook dit werk droeg hij op
aan iemand van adel, in dit geval
de Hollandse graaf Floris V ...
Inzender: Max de Lussanet, 22 mei 2023
Geplaatst in de categorie: literatuur