Havenlicht
We liepen op de dijk
Je wilde zwemmen
de laatste zomerdag
O, die betweterige weervoorspellers
en alles wat betweterig
Maar toen we ‘t wilde water zagen
besloten we te lopen tot de haven
De lisdodden wilde jij,
die moeilijk los te krijgen
Op ‘t havenhoofd dat volgegroeid,
met rozebottels,
de planken van de steiger los
daar, aan het einde
beiden ‘t havenlicht omklemmend
daar stonden we
en praatten w’ over boosheid,
ik vlug geïrriteerd naar jou
Toch waren we zo goed bevriend
Hoe kon dat nou
W’ elkaar verloren leken door een man een vrouw
We praatten bij
zagen ‘n bootje wegvaren
met dunne stuurman
en een dikke vrouw
Tegengestelden zijn goed zei je
We dronken thee en aten taart
‘t gesprek, het water, hoewel wild
het lopen op de dijk, het wijde zicht
had mij toen bedaard
Geplaatst in de categorie: vriendschap