ONBESCHREVEN WIT
Uitgespreid ligt in de vroege morgen
onaangeraakt en gaaf een laagje wit.
Later wordt het betreden, nu nog niet.
Vanachter zijn zolderraam een dichter,
in woorden denkend, schetsend, hem
ingegeven uit werelden van zijn poëzie.
Het onbeschreven wit van buiten waant
hij een groot te bekrabbelen vel papier.
Van vormen wil hij voorshands niet weten.
Ja, figuren zou hij gaarne zien verschijnen,
in zijn ogen beëindiging van maagdelijkheid.
Ineens ontwaart hij, dik ingepakt, een mens.
... In een vroegte die nog niet is beschreven beziet een dichter een wereld die voor hem ligt, wachtend op het verbreken van deze sfeer. En dan ineens neemt hij een mens waar. ...
Schrijver: Jaap van der Hoest1 januari 2025
Geplaatst in de categorie: individu