O vriend, gij zijt mij morgenlicht
O vriend, gij zijt mij morgenlicht,
dat blinkt op dauw en bloeme,
gelijk de zon, die zachtjes richt
haar stralen door de zoeme
van ’t leven, stil en wonderlijk,
waar gij mij zijt nabij,
en ’k wandel, stil en kindergelijk,
uw schaduw naast de mij.
Hoe zoet is ’t, in den avondstond,
te rusten aan uw zij,
te spreken zonder grootse mond,
maar met een blik, zo blij.
Gelijk twee bomen, wortelvast,
verstrengeld door het jaar,
staan wij, door storm en zomerlast,
elkander immer klaar.
20 april 2025
Geplaatst in de categorie: vriendschap