Onder de huid van het zwerk
Er is een siddering
voor het breekt —
een glans
alsof de hemel zelf
een wond voorbereidt.
Ik sta
in het midden van niets
terwijl kleuren kermen
langs de randen van mijn gezicht.
Wat binnen was
wil naar buiten,
wat naamloos bleef
begint te schreeuwen.
Er krult iets op
in de lucht,
een dreiging,
een symfonie van splinters
die zich hechten
aan de ruggengraat van het licht.
Mijn lichaam
is een veld geworden
waar stormen repeteren.
Niet voor de schoonheid,
maar voor het geweld
van het baren.
Wat uit mij valt
is geen stilte.
Het is een echo
die weigert te verdwijnen.
30 april 2025
Geplaatst in de categorie: algemeen