Panta rhei voorbij
De rivier stroomt meanderend
In een vloeiende loop naar de delta,
Waar het zoete water
In het ritme van eb en vloed
Vermengt met het zoute van de zee.
De stroomversnellingen en watervallen
In de stroom van bron tot monding,
Wisselt af met de rust van meren,
Waarin ’t hemelse blauw zwemt.
De zon schiet diamantjes op de golfjes,
Wolken varen mee naar de zee,
Maan en sterren flonkren in de diepte,
Ook ruisen van ’t water reist mee naar zee.
Als de gletsjers zijn verdwenen,
De regens zijn opgehouden te bestaan,
Verdwijnen ook de rivieren,
Gaan ook de planten en dieren er aan.
5 juni 2025
Geplaatst in de categorie: klimaat
sta ik aan jouw kant
op de oeverloze wal wellicht
maar het gedicht
mist, vind ik, een interessante rand