Insomnia's strijder
I
De opkomende zon wacht even
om zijn wereld waar die zacht is
te kleuren in nieuwe tinten
waar een wolk hem geluk brengt
ontwakend in sluimerend licht
de Soldaat als danser van het woord
geboren uit elegantie
die liefde ademt
II
Maar in twilight worstelt de wind
zwarte vlekken worden van de hemel gerukt
in de kou smelten cellen van
een gloeiende beweging
III
Duizend parasangen verder
in de hoge en kale bergen
tast de strijder naar het spel
van ‘t beest
in ‘t heiligdom van elke dag
overspeelt hij het lot,
voor fortuin die hij vreest
is zijn zielemaat te groot geweest
IV
Als redder van haar grote verwachtingen
van onzichtbaar gezicht tot gezicht
een verhaal zonder einde
roman zonder begin
steeds onzeker over
gemaakte keuzes
hoort de strijder in duistere stilte
tussen geluiden van de dood
alleen de echo van haar naam
V
Gerezen in het licht der maan
op d-day van een nieuwe zon
roept zij hem, IN SOM NIA
gebonden in een niet te duiden panoramisch vergezicht
van de zonen van Ra, de zon
VI
In weerkaatsing van iets wat
ooit was roept zij hem
'Nee, noem mijn naam niet meer
ik was de terugkeer,
maar niet de muziek
ne me quitte pas, Soldaat,
vergeet mij niet!'...
VII
Wanhoop en twijfel in zijn gemoed
in zijn ziel vertwijfeling
reist zijn geest nu tot einde
het bittere einde van de nacht
voorbij de laatste sterrenschacht
VIII
Wanneer het licht is gedoofd
blijft niets dan de stilte
waar zij langzaam in verdwijnt
voorbij illusies die hij dacht
van een tijd die nimmer was
... Toespeling op R.E.N.S.' gedicht van vandaag over de lachende Soldaat (z.a.) ...
Zie ook: https://youtu.be/NADx3-qRxek?si=779e2EuxDhqAS3UY
Schrijver: Xander , 17 juni 2025
Geplaatst in de categorie: afscheid
(of strategisch welbespraakt?
Kon ik maar rentenieren!)
dank ik de ‘X-men’
voor het bloedverwantschap
(bij een gebrek aan een ziel)
dat ik al langere tijd voel.
En een compliment is altijd welkom.
De krochten waaruit ik put, ervaringen,
hersenstructuren, bekabelde prut,
rare dingen, dynamische pastinaken,
de terugkerende hoogtestages in het licht,
de geschriften, op feit en kennis gericht,
(of: onder ontwikkeling) ‘vluchtig als de hel!’
veel heb ik al verteld of is ‘schon’ langsgekomen;
maar ik refereer NOOIT aan eigen dromen,
of nachtmerries, -ik zou niet weten hoe.
Velden vol gelukzaligheid heb ik nog niet ervaren,
ondanks de (tip!) verzekerde retourtjes, (basispakket)
maar ik ga gaarne in op het voorstel om de breinrot
te verslaan en over de randjes te gaan koekeloeren
in de Middeleeuwen (misschien een nieuwe naam
voor die periode?) bij die figuren die ene X noemde
waar ik, voor zover ik om de beschadigde draadjes
heen… , nog niet eerder kennis van heb genomen.
En precies dát kan mij op stoom brengen.
‘Unus sum homo doctrina et ludens’ (hhh)
Jullie prikkelen mij, gezwam, gewauwel of niet.
Een diepe buiging en wederkerige groet, Rens,
mede namens de onbetrouwbare struikrovers.
Rentius Eloquentius Nomine Strategus,
Uw breidelloze associaties uit escapistische spelonken tussen uw illuminatieve visionaire hypofyse en de laaghangende nevels der pariëtaalkwabben schieten wortel in het naakt en onbezoedeld universum van Hyperion en Helicon....
het organon van een niet bestaande, doch persisterende hendiadys waar miniminaretten in de moskee der muzen bij verbleken!
Laat onze brainbox zich in de elysische mysteriën verdiepen en de grenzen aftasten van Middeleeuwse rijken waar Omar Kayyam, Kavafis en Hafiz en anderen hun gepijnigd zielen hebben getroost in bezwerende woorden...
Mede namens Maxentius Palaverius jr.
een welgemeend collegiaal poëtisch saluut!
Plots Scriptum:
op de inhoud van uw exsublimerend betoog kom ik uiteraard nog terug....vanzelf!
om met Brian Wilson (1942-2025) te spreken. Ik heb plaatsvervangend medelijden met De Soldaat!
‘t ochtendlicht wacht even
om zijn wereld die zacht is
te vangen in nieuwe tinten
en zijn wolkogen te bedwingen
de verzwegen sluimerliefde
als droom dansend en strijdend
ademen uit geblazen glazen
maar in ‘t blauw worstelt de wind
en zwart wordt de hemel verklaard
als ‘t wonder van klonterende cellen
samen met opgepompte zeepsopbellen
duizend lengtedagen geleden
over profetisch dalende bergen
verlangt De Strijder naar ’t beest
in de revolutie van elke ochtend
overspeelt hij zijn instrumentarium
voor de armoe waarmee hij lezen kan
en in ’t metrum schrijvend overblijft
als redder van de onzichtbaren
met de prikken nog in zijn arm
’n oplichtende cirkel van redenering
met grote gevolgen tot op heden
vechtend tegen verstoorde mitochondriën
behoort De Strijder tot de stille getuigen
tussen leven en dood
zonder ‘n echo van waardering
de rode maan blijft zich herhalen
in ’n ongeschreven baan wentelt zij
als in ’n droom verheven
boven ’t brede gezicht
van de sociopatische fake-koning
in ’t ritme van ’t voelen
dat zij voor elkaar deden
fluisterde De Strijder 'eens
was ik jouw uitverkorene
maar niet voor ’t eindspel
nee
je ne regrette rien!’
de verlossing in zijn handen
de denkramen gestabiliseerd
’t voornaamst aangebodene
’n zoet drankje ter afsluiting
op de rand van ’t zwarte gat
waar elk licht verdwijnt
in onbeantwoordbare vragen
en de verdichte Strijder
voorbij illusies van de dood
en de eeuwigheid van leven
voorlopig nog wel verblijft