Wens
Hij lag eenzaam in zijn bed,
Dacht aan degeen hij mist,
Die ene die hem geven kan,
Die hij zo heeft bemind.
Als hij beî z’n ogen sluit,
Ziet hij die ene als was
Ze hier naast hem in bed,
Wat hij al zo lange mist.
Als hij dan z’n ogen ontluikt,
Is die ene er niet,
Is de plek naast hem leeg.
Bleven zijn ogen maar dicht,
Was die ene er steeds,
Zag hij altijd haar lief gezicht.
Geplaatst in de categorie: verdriet