Asbak vol herinnering
Zwetend.
Zittend. Naakt op de rand van de zetel.
Ogen op het tipje van de plant in het papiertje.
Aangestoken.
Zwijgend — alsof stilte iets goedmaakt.
Je komt nog bij.
Het lichaam trilt. Natrilt.
Een diepe zucht — uit de kelders van je longen
waar de rook nog hangt,
vastgekleefd aan herinnering.
Je huid brandt bijna
net zo warm als de gloeiende sigaret.
De kamer vult zich.
Met rook. Met damp.
Met wolken die blijven hangen
zoals de gloed die je nog net voelde.
Zwevend. Vrij. Klaar om neer te dalen.
Je dooft de sigaret
bij de rest van de herinnering van vanavond.
En je denkt bij jezelf:
Deze asbak zal vannacht vol zijn.
Geplaatst in de categorie: liefde