Gisteren werd ik
Gisteren werd ik
eenzaam opgesloten
omdat ik
in de gemeenschappelijke ruimte,
schuimendhete thee
in de vissenkom had gegoten,
-ik had een exotischer begrip
van tropisch hitte
voor mijn vlammende ogen.
Het viel nog mee,
zeiden ze,
dat ik het niet tijdens bezoekuur deed,
-wat een magnifiek idee.
Dat zijn zij
ten voeten uit:
weten hoe ze mij
voeden moeten.
Maar goed:
het gaat mij te ver
mijzelf iets aan te doen,
daarvoor heb ik al teveel geleden
onder ‘Zijn’ ideeën
van de lieve vrede,
doch:
enige dramatiek klinkt
als muziek door
in mijn oren.
Een aantal dingen weet ik
inmiddels zeker:
eten en drinken mag niet geweigerd worden,
noch het Recht om me uit te spreken;
een matras, een deken,
een tafel, een stoel,
een plek om de boel een beetje netjes te houden,
dat vertrouwen heb ik
nu wel,
dat ik dat krijg
in de separeercel.
Maar,
of er naar me geluisterd wordt,
het bord ook smakelijk gevuld,
ik de rust vinden kan,
ik de kust als veilig ervaar,
te midden van
het geconditioneerde gevoel
van altijd dreigend gevaar
voor lijf, en af en toe leven,
daarvoor ben ik afhankelijk
van hen die zich goden wanen,
zij die de besluiten nemen,
zij van het slotenregime.
Het zal wel legitiem zijn
om mij op te sluiten,
na alle aangedane pijn
en jarenlang verdriet,
omdat ‘Hij’ niet
tegen gelijkwaardigheid kon,
‘Hij’ direct begon te slaan,
te schoppen.
En dat gaat niet over
Heilige Huisjes,
maar over blauwe doppen
en gebroken knuistjes,
bijvoorbeeld.
Morgen mag ik weer,
als ik mij goed gedraag,
-dit doet me denken aan…
de drempel over,
de binnenplaats proberen te begaan,
waar de vogels hun liedjes zingen,
de vlinders en bijen hun dingen doen
en gedaan krijgen.
Geplaatst in de categorie: vrouwen