Uitzichtloos
De schoonheid van haar,
Is niet alleen de buitenkant,
Maar ook de binnenkant,
Deswege bemin ik haar,
Dubbel, en dat al heel lang.
Wijl zo’n combinatie is in zwang,
Zijn er vele kapers op de kust,
Ben dus niet d’enige dit hapje lust.
Bij d'om haar losgebarsten strijd,
Menig man eronder lijdt,
Wijl ’t einde niet is in zicht,
Is af en toe ’n aanbidder gezwicht
Voor ’n andere allene deerne,
Want die laten zich geerne
Door ’n aanbidder overreden
Om in ’t huwelijk te treden.
Te velen blijven concurrent,
Je zo nooit alleen met haar bent,
Ga nu afzien van m’n streven,
Wijl nadert ’t einde van m’n leven.
Geplaatst in de categorie: overig