De tijd van Allerheiligen
Herfstlicht op de steen
fluistert verloren namen
bladeren vallen
Geluiden van de
wereld die ik diep voel, in het trillen
van takken, in het zachte vallen van licht. Hun echo
beweegt door mijn gedachten, en ik adem mee met wat fluistert.
Stemmen van degenen
die ik mis, zijn overal, in het ritselen
van regen, in het tikken van vensterlicht. Hun vormen
strelen mijn hart, en ik sluit mijn ogen voor hun zachte aanwezigheid.
Mijn handen ontmoeten
bloemen, steen, aarde, en de wereld voelt
groter, dieper, fijner van toon. Verdriet is een zachte stroom
die zich mengt met licht, een beeld dat me leert zien met open zintuigen.
Wanneer onverwacht de
schemering alles omlijst in goud en schaduw,
voel ik stilte intens en rijk, als een levend, ademend weefsel.
Ik vouw mijn ogen en draag hun spoor zacht mee in de stroom van mijn dag.
Zie ook: https://catherineboone.blogspot.com
Schrijver: CB, 31 oktober 2025
Geplaatst in de categorie: poesiealbum

Geef je reactie op deze inzending:
In mijn poëzie is de mens vaak deel van het geheel, eerder voelend dan handelend, verbonden met aarde, licht en adem. In die ontmoeting met het omringende ervaar ik juist de medemenselijkheid — als iets wat beweegt tussen binnen en buiten, zichtbaar en stil.
vier stemmingen in evenzovele strofen -
aarde vuur licht en water
Maar toch, Catherine,
waar is de Mens in dit alles,
waarom blijft hij buiten beeld - buiten jouw singuliere, particuliere universum -
in de Ontmoeting (derde strofe)?
Een lastige vraag, op deze twee dagen op de christelijke kalender, maar de Mens - als medemens - is geen zwevende, maar levende entiteit...geen kunstmatige realiteit, toch?