Dikke touwen
Het sterven snoeit weer de dikke touwen,
laat een spoor van de barre winter na;
Ze lamenteert nu, ik bij hem weg ga,
met de gasten gaat ze nog niet trouwen.
Zijn adem gleed langs tafels en banken;
Erbarmde zich om zijn verslagen mond;
In gitzwart katoen liep hij in het rond,
Op weg naar de linde met haar ranken.
Zijn verlangen naar het eind mocht ik niet,
en de schoonheid die trouwde met zijn pak,
die als een van de eersten de dood zag.
Dat de winter hem ineens alleen liet,
voelde als vergelding en ongemak;
op zijn tere lippen rust het spinrag
Geplaatst in de categorie: afscheid

Geef je reactie op deze inzending: