En nooit meer zal ik drinken
Zo zalig is aanvankelijk de reis
Ik ben met een ballon de grond ontstegen
(Door volle glazen vliegensvlug te legen)
En even ruik ik aan het paradijs
Met doodsverachting klim ik op de rand
Het zicht is door een witte wolk verdreven
Dan galmt m’n strijdkreet: dichters kunnen zweven!
Bevlogen neem ik afscheid van de mand
De hoogste tijd nu voor de (para)chute
(Dat ben ik zo gewend na de kwatrijnen)
Maar waar is nou dat ding! Roep ik ontzet
De nood is nu toch minimaal acuut
De laatste strohalm zie ik snel verdwijnen
Al zwetend word ik wakker… naast m’n bed
Geplaatst in de categorie: drank