Toekomst
De wereld glipt uit mijn greep,
glijdt uit mijn hand.
Als water sijpelt zij door mijn vingers,
achterlatend een leegte. Het zand
wordt verspreid door de kille wind
die over mijn vingertoppen speelt.
Vloeibaar leven krijgt vorm, verdwijnt.
Water wordt vuur, wordt aarde,
wordt lucht, wordt wind die luchtig het mos
van mijn nagels schraapt en kwijnt
weg voor mijn ogen.
Het besef daagt: ik moet loslaten,
vergeten. Mijn hand ontspant,
mijn greep verslapt.
Nu heb ik niets en
niets heeft mij.
Geplaatst in de categorie: afscheid