inloggen
voeg je netgedicht toe

Netgedichten

netgedicht (nr. 2.167):

Wensdroom

Hier stond mijn krakend bed
Ik fluister terwijl ik de klimplanten toon
in het park waar de zwanen zwijgen
en het naar jonge lente ruikt, zoals toen.

Wat is het meeste dat ik wens?
Een dame met de handen in de heupen

die me met zijdelingse blik doorboort

Een gestolde pop worden.

Of de smaak van meer nog...

de valse gewoonte te overdrijven...

Cleopatra in een felgestipte zetel
ze speelt met de slang in haar nek.

Ik lieg tot je steigert tot ik zeg:

'Jij bent de volste vervulling van mijn wensdroom.'

Dan drijven jouw tanden in een glimlach

die een kus vraagt

en sla je me tot ridder der meligheid.

Ik nader jouw vesting, zwier het harnas in de gracht

Soms wil ik terug in de schaduw van moeders vleugels.

Me glashelder herinneren hoe ik uit de schoot floep

Met vader als kroongetuige

Waar is hij nu?
Zijn zacht bevel verstuift en kriebelt mijn oor,
Zoals water uit een slang in een waaier valt.

Gegiechel, de jaren weglachen,

een fluim in het gelaat van de dood.

Ik tel er dertig en land in het springlevend veld

hier en nu

In de lome zomer komen de buren buiten,
Poort in het slot. Zij overtuigen niet.
Een thuis verschilt van een huis,
slecht en slechts bestemd voor een dwangmatig nut.

Schrijver: Wimper, 2 april 2003


Geplaatst in de categorie: familie

3.0 met 9 stemmen aantal keer bekeken 4.338

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)