In de geest
De blauwe stralenkrans met witte stippen
Op de vleugels droeg het licht
Van hoop en wensen
Hij was een vlinder in de geest
Een eenling onder mensen
Hij zag de ruimte en de zon
Zag geen beperking
Als hij weer eens aan iets nieuws
Had lopen denken en er dadelijk aan begon
Het had voor hem de diepte van de onrust
En de korte lengte van de tijd
Hij snelde mij voorbij
Het was een ongelijke strijd
Gelijk het lopen met mijn krukken
En zijn lichte benen
Maar toen ik bij het licht kwam
bleek hij plotseling in het niets
verdwenen
Geplaatst in de categorie: filosofie