laat me niet in stilte zakken
Duw mij niet in dat hoekje stilte
De muren zijn er reeds dood
De vloer kreunt er wat kilte
En mijn hersenen zijn er bloot
Voor de eigen woeste tanden
Ze zijn van taart op steen gestoten
De vriendelijke taal van de randen
Is met het bloeden mee op gespoten
Mijn bloemen bloeien enkel doorn
In dat voedingloze licht
En ogen zijn er melancholisch gedicht
Op bladzijden van hoorn
Snel, hou me wakker, voor ik
De zakjes zout bloed weer aanprik
Met een naald van scherpe lucht
De slijper is met de tijd mee gevlucht
Geplaatst in de categorie: verdriet