De Ander
Vuurtongen snijden de nacht
Sierlijk en vreemd als maankraters
Huizen woekeren over de velden
Twijfelend aan mijn wandel
Sidderend voor de zeis die ons neermaait
Bespied ik de heilige honger
Van de ander die weet
Hoe gretig de uren happen
Hoe de avond razernij met stilte verzoent
Als een kat voor de sprong.
De anderen blijken gelijker aan mij
Ze fluisteren over het begaafde beest dat begrijpt (Aha!)
Dat we zwemmen in 1 poel
Dat we kiemen uit 1 korrel
Ze fluisteren over de stad
Waar de adem van de trompet deint
Waar snaren veelstemmig trillen
(Het warrelig loflied van lover in de wind)
Waar volkse helden sporen dragen
En een draak spartelt voor de genadesteek
Dagen verbruiken me
Wazig als een spiegelbeeld in het uitstalraam
Hol ik door het tumult, graaiende menigte
De anderen die de nood lenigen
Enig, reikhalzend naar de dageraad.
‘Zomaar Iemand’
Zo stel ik me voor
Grillig val ik in de vangarmen van iets dat openvouwt
Een kelk in de lente?
Geplaatst in de categorie: algemeen