Ode aan de kraai
Mist, zonder luchten, zonder lach.
`n Dag, op voorhand saai.
Daarom nu, maak ik graag gewag.
Van de buiging van de kraai.
`t Was `n geluk, dat ik `t zag.
Want, zó, bijzonder fraai.
Al duurde `t maar `n oogopslag.
De buiging van de kraai.
`k Keek z`n kant, per ongeluk.
Maar `t gaf m`n dag `n draai.
Jawel, `n sierlijk meesterstuk.
De buiging van de kraai.
`k Hield altijd al van meneer de zwart.
Van roek en raaf en gaai.
M`n liedje, ach komt uit m`n hart.
`t Is `n buiging voor de kraai.
Inzender: Francien van Lamoen, 5 januari 2004
Geplaatst in de categorie: natuur