Zondag
Zondag kabbelt 's nachts voorbij
wanneer ik rust in vergetelheid
mijn compagnon (hij kent de tijd)
slaapt mee, zet alles op een rij
Laat me nog niet wakker worden
ik zie fantasieën razen
Bailey's glas uit wolken blazen
tussen ongepaste borden
Dichten kun je slapend af
een kwestie van diverse wegen
vloeiend, om geen woord verlegen
een kat, immuun voor honds geblaf
Ik voel nog net je warme lach
je woorden die ik wilde horen
verborgen morgen gaat verloren
als ik me afsluit voor de dag
Toe laat het duren laat het kwijnen
laat vaarwel een metrum schikken
licht omsloten loden blikken
dichtersdromen lot verfijnen
Dan de zon die bot blijft schijnen
tot een straal mijn netvlies raakt
de wending die mij wakker maakt
Nee, ik kan niet meer verdwijnen
Geplaatst in de categorie: tijd