Nadering
Gij komt, in uw afwezigheid
thans, dichter, naderbij,
dan toen dit lijf zich nedervlijd’
aan uwer zachte zij.
Geen lust maar louter liefde, schat,
doorstroomt en warmt mijn ziel;
sinds hunker deze diepte mat
‘wijl ik in armen viel.
Geplaatst in de categorie: liefde