ijzers krassen vederlicht
het ijs zingt weer
zijn koude lied en
kraakt tegen de kanten
doorzichtig zwart
kruist strakkend blauw
uithalend zijn de klanken
wind bijt vorst
in het gezicht
ruggen zijn gebogen
mutsen licht berijpt
ijzers krassen verderlicht
plezier glimt in de ogen
bewegen wolkt
zijn adem uit
in het ritme van
bedachtzaam glijden
ze zien de verte als hun doel
willen naar de zon toe rijden
die leest in lange
streken hun verhaal
warmt wat stroeve zinnen
de ijspret dooit voorlopig niet
die zit te diep van binnen
Geplaatst in de categorie: sport
Ieder jaar opnieuw, als de ijsbaan open ging, kwam Arie mijn vaste danspartner, vragen of hij weer op mij kon rekenen. Grappig was dat achteraf bekeken, omdat we elkaar alleen troffen als koning winter zich profileerde. Dat is jaren zo gegaan, en nu, door jouw gedicht, moest ik aan hem en ons ijsplezier denken.
Daarom alleen al was, dit aardige gedicht, voor mij het reageren meer dan waard.